SV | Toen spraken de priesters en de profeten tot de vorsten en tot al het volk, zeggende: Aan dezen man is een oordeel des doods, want hij heeft geprofeteerd tegen deze stad, gelijk als gij met uw oren gehoord hebt. |
WLC | וַיֹּ֨אמְר֜וּ הַכֹּהֲנִ֤ים וְהַנְּבִאִים֙ אֶל־הַשָּׂרִ֔ים וְאֶל־כָּל־הָעָ֖ם לֵאמֹ֑ר מִשְׁפַּט־מָ֙וֶת֙ לָאִ֣ישׁ הַזֶּ֔ה כִּ֤י נִבָּא֙ אֶל־הָעִ֣יר הַזֹּ֔את כַּאֲשֶׁ֥ר שְׁמַעְתֶּ֖ם בְּאָזְנֵיכֶֽם׃ |
Trans. | wayyō’mərû hakōhănîm wəhannəḇi’îm ’el-haśśārîm wə’el-kāl-hā‘ām lē’mōr mišəpaṭ-māweṯ lā’îš hazzeh kî nibā’ ’el-hā‘îr hazzō’ṯ ka’ăšer šəma‘ətem bə’āzənêḵem: |
Toen spraken de priesters en de profeten tot de vorsten en tot al het volk, zeggende: Aan dezen man is een oordeel des doods, want hij heeft geprofeteerd tegen deze stad, gelijk als gij met uw oren gehoord hebt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen spraken de priesters en de profeten tot de vorsten en tot al het volk, zeggende: Aan dezen man is een oordeel des doods, want hij heeft geprofeteerd tegen deze stad, gelijk als gij met uw oren gehoord hebt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!